Mag Saar er zijn?
Ik werk met beeld en tastbare sporen uit mijn familiegeschiedenis, laag over laag. Mixed media wordt een echo van wat zich moeilijk laat vastleggen. Mijn beelden ondergaan een proces: ik neem ze mee, laat ze sporen dragen van mijn fysieke interactie met tussentijdse creaties. Ze raken nat, scheuren, vervormen, worden “beschadigd” – en groeien uit tot dragers van ervaringen.
Mijn werk gaat over doormaken, niet over vastleggen. Over herinneringen die niet stil blijven staan, maar schuiven, vervormen en zich herhalen. Wat ik maak, vormt mij. In de breuklijnen, de verkleuringen en de herhalingen wordt zichtbaar hoe geschiedenis zich via mijn “ik” in mijn beelden nestelt. Ik geef vorm aan wat nooit gezegd mocht worden, in de rafelranden van wie ik ben.
Mag Saar er zijn?
Is mijn onderzoek naar wat ik heb meegekregen maar niet benoemd mocht worden – en wat ik probeer los te wrikken.
Ik ben opgegroeid tussen verhalen, maar vooral stiltes. Mijn oma vertelde – steeds weer dezelfde beelden, dezelfde pijn – haar stem hield het verleden levend.
Over mijn overgrootmoeder werd niet gesproken. Maar haar afwezigheid vulde de ruimte. Zij droeg wat te zwaar was. Mijn moeder was bij haar toen ze het leven achter zich liet.
Na de oorlog, na haar dood, werd het Joodse in ons weggestopt. Geen taal. Geen rituelen. Onzichtbaarheid als bescherming, omdat het tonen van je Joodse identiteit gevaarlijk leek.
En steeds weer komt dezelfde vraag terug, zacht maar scherp, in beeld:
Mag Saar er zijn?

Saar Sonépouse

May Saar Be?
I work with images and tangible traces from my family history, layer upon layer. Mixed media becomes an echo of what resists being captured. My images undergo a process: I carry them with me, let them absorb traces of my physical interaction with interim creations. They get wet, tear, warp, become “damaged” – and grow into vessels of experience.
My work is about undergoing, not documenting. About memories that refuse to remain still, but shift, distort, and repeat. What I make, shapes me. In the cracks, the discolorations, and the repetitions, it becomes visible how history inhabits my images through my “I.” I give form to what was never allowed to be spoken, in the frayed edges of who I am.
May Saar be?
Is my inquiry into what I’ve inherited but was never allowed to name – and what I now try to pry loose. 
I grew up surrounded by stories, but mostly by silence. My grandmother spoke – always the same images, the same pain – her voice kept the past alive.
Nothing was said about my great-grandmother. But her absence filled the room. She carried what was too heavy. My mother was with her when she chose to leave life behind.
After the war, after her death, the Jewish part of us was hidden. No language. No rituals. Invisibility as protection, because showing your Jewish identity felt dangerous.
And again and again, the same question returns, soft but sharp, in image:
May Saar be?

Saar Sonépouse
Instagram

You may also like

Back to Top